"Verzuim is een graadmeter van wat er leeft op de werkvloer. En bij uitbreiding in de maatschappij."
“Er zijn maar heel weinig bedrijven die van nature een laag verzuim hebben, dus zonder dat ze daar inspanningen voor doen”, steekt Reijer Pille, directeur van Falke & Verbaan Groep, van wal. “Verzuim is altijd een graadmeter voor wat er leeft op de werkvloer. En bij uitbreiding in de maatschappij.”
*Arbodiensten begeleiden organisaties zonder interne bedrijfsarts om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen rond verzuim, waaronder re-integratie en doorbetaling van loon.
Wat is de Wet Verbetering Poortwachter?
Begin jaren 90 bereikte het aantal arbeidsongeschikten een ongeziene piek in Nederland. In de daaropvolgende jaren maakte de overheid werk van ingrijpende veranderingen in de sociale zekerheid, waaronder de Wet Verbetering Poortwachter (van toepassing sinds 1 april 2002).
Zo moeten Nederlandse werkgevers hun zieke werknemers twee jaar lang 70% van hun laatste loon blijven doorbetalen. Kunnen werkgevers niet aantonen dat ze samen met de medewerker en onder begeleiding van de bedrijfsarts of de arbodienst voldoende inspanningen hebben gedaan rond re-integratie, dan komt daar nog een derde jaar bovenop.
Vanaf de start van de ziekteperiode ontspint zich een strak georganiseerde procedure met onder meer een probleemanalyse, plan van aanpak, analyse- en evaluatiemomenten. Met één doel voor ogen: de terugkeer naar de werkvloer versnellen. Hetzij in de bestaande job, hetzij met een aangepast takenpakket of bij een andere werkgever.
Verzuim is beïnvloedbaar gedrag
Bij Falke & Verbaan Groep, dat bedrijven adviseert rond verzuim en duurzame inzetbaarheid, hanteren ze een gedragsmatige visie op verzuim. Reijer: “De keuze om te verzuimen wordt in een belangrijke mate bepaald door de sociale omgeving, waaronder ook de werkomgeving zelf. Verzuim is dus beïnvloedbaar door de manier waarop werkgever en medewerker zich ten opzichte van elkaar gedragen.”
Verzuim als een resultaat van keuzeprocessen vormt ook de rode draad doorheen het boek ‘Verzuim. Maak er werk van!’ van verzuimexpert Bart Teuwen. Bart is directeur van Certimed, dat bedrijven begeleidt met medische controles. Tot 2016 was hij het grootste deel van zijn carrière in Nederland aan de slag als bedrijfsarts. Voor zijn terugkeer naar België stond hij aan het hoofd van een arbodienst.
Bart: “Door verzuim als een soort gedrag te zien, haal je het uit de medische sfeer. Bijgevolg kan je er als werkgever over praten met je medewerker, wat cruciaal is voor het wederzijdse vertrouwen. Door die vertrouwensband ga je ook in crisismomenten samen oplossingen zoeken. Bij gebrek aan vertrouwen is verzuim de logische vluchtroute.”
Verzuim piekt in België én Nederland
Hoe verhouden België en Nederland zich vandaag qua verzuimcijfers?
Bart: “In ons land staan alle lichten al een hele tijd op rood. België bevindt zich aan de kop van het Europese verzuimpeloton met overheidskosten die oplopen tot 21 miljard euro. Verzuim zet ons hele socialezekerheidssysteem dus zwaar onder druk. We zitten in hetzelfde schuitje als Nederland in de jaren 90. De piek die het verzuim daar toen bereikte, heeft rond de eeuwwisseling geleid tot een omvorming van de sociale zekerheid.”
Reijer: “Met succes! Tot pakweg 2015 zorgden de zware financiële sancties en de re-integratieverplichting voor een spectaculaire daling van het verzuim. Alleen blijkt dat effect stilaan uitgewerkt. De Nederlandse ziekteverzuimkosten lopen intussen ook al op tot 24 miljard. Met name in de zorg, het onderwijs en bij de overheid is het langdurige ziekteverzuim dramatisch gestegen, niet toevallig sectoren met grote personeelstekorten – onder meer door de vergrijzing.”
Arbodiensten zijn claimbeheerders geworden
Is de Nederlandse aanpak aan bijsturing toe?
Reijer: “In de loop van de jaren is er een sterke juridisering en medicalisering ontstaan van de verzuimbegeleiding. Arbodiensten worden als verlengstuk beschouwd van de sociale zekerheid. Dus verschoof de aandacht gaandeweg van het vermijden van verzuim naar het voorkomen van loonsancties.
Het resultaat: bedrijfsartsen en arbodiensten kreunen onder de dossierlast en het afhandelen van juridische claims. Van werkgevers die een loonsanctie aanvechten, bijvoorbeeld. Of van werknemers, die klagen over de begeleiding van de bedrijfsarts. Die regelneverij leidt ons meer en meer af van de essentie van een goede verzuimaanpak: mensen terug aan het werk krijgen en houden. En dat laat zich vandaag voelen in de stijgende verzuimcijfers.”
“
Regelneverij leidt ons meer en meer af van de essentie van een goede verzuimaanpak: mensen aan het werk krijgen en houden.
- Reijer PilleNederland is gidsland voor re-integratie
Mensen terug naar de werkvloer halen na een lange verzuimperiode blijkt in België bijzonder lastig. Kunnen we inspiratie halen uit de Nederlandse re-integratieverplichting?
Bart: “Zeker. Verschillende scenario’s zijn daarbij mogelijk, van de bestaande job terug opnemen over een aangepast takenpakket tot uitdiensttreding om bij een andere werkgever aan de slag te gaan. Werkgever, werknemer en bedrijfsarts zijn samen aan zet, vanaf de start van de verzuimperiode.
In ons land staan dit soort trajecten nog in hun kinderschoenen. Een nieuwe wet stimuleert werkgevers om meer te investeren in re-integratie. Daarbij komt ook de arbeidsarts meer in de picture. Hopelijk ruimt het zwart-witdenken – je bent ziek of je bent het niet – dan ook stilaan plaats voor een open gesprek over de mogelijkheden die iemand wél nog heeft.”
Het ziektebriefje is een Belgisch fenomeen
Ook een fundamenteel verschil tussen België en Nederland: het doktersattest.
Bart: “Onze medicalisering van verzuim is misschien wel het interessantste verschil, want het heeft een zware stempel gedrukt op de Belgische verzuimcultuur. Het ziektebriefje staat in ons land als een muur tussen werkgever en werknemer in. Wie ziek is, mag niet werken. Dus zodra een huisarts die diagnose stelt, heb je als werkgever het gevoel dat je alleen nog kan afwachten. In Nederland, daarentegen, ontstaat er vanaf de start van de verzuimperiode een dialoog tussen werkgever en werknemer, ondersteund door de bedrijfsarts.”
Reijer: “Dialoog is de basis om verzuim terug te dringen. En die start al vanaf het moment dat je als werkgever de eerste signalen oppikt. Mensen zitten soms niet lekker in hun vel, of ze zijn de regie kwijt over hun loopbaan. Ze verliezen het vertrouwen in hun kunnen en hebben begeleiding nodig om de weg terug te vinden. Op dat moment moet je deur al openstaan, anders duwen allerhande klachten hen vroeg of laat richting verzuim. Maar net op dat punt heeft onze Nederlandse aanpak volgens mij tekortgeschoten de voorbije jaren.”
“
Onze medicalisering van verzuim heeft een zware stempel gedrukt op de Belgische verzuimcultuur.
- Bart TeuwenRe-integratie én preventie moeten hand in hand gaan
Hoe kijkt u als Nederlandse verzuimexpert naar de verzuimpreventie in België?
Reijer: “Naast re-integratie beschouw ik preventie als dé sleutel voor een duurzame verzuimaanpak. Op dat vlak kan Nederland leren van de Belgen. Denk maar aan de verplichte risicoanalyses op de werkvloer. Die bestaan in beide landen, maar België is veel eerder gestart met de sterke focus op psychosociaal welzijn. Denk bijvoorbeeld aan de erkenning van burn-out als werkgerelateerde ziekte. Mijn inschatting is dan ook dat de Belgische en Nederlandse verzuimaanpak op termijn meer naar elkaar gaan toegroeien.”
De uitdaging: mensen duurzaam aan je binden
Waar liggen de grote uitdagingen voor werkgevers bij de vormgeving van hun verzuimbeleid?
Reijer: “Volgens mij met stip op één: in de krappe arbeidsmarkt van vandaag je medewerkers gemotiveerd houden. Mensen kijken anders tegen werk aan dan een paar decennia geleden. Zeker de jongste generatie stelt hoge eisen qua work-lifebalance, autonomie en invulling van hun takenpakket. Verzuim tegengaan is een kwestie van mensen aan je binden met een flexibele werkcultuur.”
Bart: “Soms denk ik terug aan de flexibiliteit die we tijdens de covidperiode plots hadden gewonnen – maar nu stilaan weer kwijt raken. Heel wat regeltjes moesten tijdens de lockdowns noodgedwongen over boord. Een groot risico voor werkgevers, maar tegelijk kregen heel wat organisaties plots vleugels. Die flexibiliteit moeten we durven vasthouden om tot echte verandering te komen op de werkvloer en mensen gelukkig aan de slag te houden, vandaag en morgen.”