Is burn-out nu wel of niet een werkgerelateerd syndroom? Over die kwestie bestaat onder onderzoekers nog geen unanimiteit. Wat wel klaar als pompwater blijkt uit onderzoek is dat burn-outinterventies die louter op het individu focussen weinig significant effect hebben.
Als de federale regering budget vrijmaakt om de strijd tegen burn-out op te drijven, dan is dat een goede zaak. Voorwaarde is dan wel dat de middelen juist worden ingezet. Het zal alvast niet volstaan om werknemers ‘gepast te leren omgaan met spanningen op het werk’.
Belang van werkcontext
De begeleiding die momenteel naar voren geschoven wordt, lijkt zich daarmee vooral op de medewerkers te focussen en laat de werkgevers buiten beeld. Dat is een belangrijk manco: om succesvol te zijn moet de werkcontext meegenomen worden bij preventie van burn-out. Zoniet gaan werknemers die symptomen van burn-out beginnen vertonen van job veranderen omdat ze niet naar dezelfde context terug willen. Dat kan een oplossing zijn voor de werknemer in kwestie, maar het is geen duurzame aanpak van het probleem.
In de strijd tegen burn-out moeten werknemers en werkgevers (in de praktijk vaak de leidinggevende) kunnen spreken over wat anders moet op het werk. Waar is nood aan? Wat is er mogelijk? Dat is niet evident en plaatst leidinggevenden mogelijk in een moeilijke positie. Zij hebben vaak de tijd noch de kennis of de vaardigheden om dit essentiële gesprek te voeren.
Zet bemiddelaars preventief in
Dat hoeft geen onoverkomelijk probleem te zijn: er zijn momenteel al re-integratiebegeleiders actief, zoals de ReSet Facilitator, die hier met kennis van zaken een faciliterende rol kunnen spelen. Deze neutrale bemiddelaars treden momenteel enkel reactief op. Ze faciliteren de terugkeer naar de werkvloer. En weten maar al te goed dat ze de leidinggevende mee in het bad moeten nemen.
Maar ook preventief kunnen deze re-integratiebegeleiders een belangrijke rol opnemen. Ze helpen een open en veilige context creëren waarin de werknemer met de leidinggevende samen de werkcontext kunnen bespreken. En waar de mogelijkheden liggen tot aanpassingen. Dat gebeurt vandaag nog veel te weinig.
De extra miljoenen die de regering op tafel legt, kunnen zeer nuttig zijn om het welzijn op de werkvloer nog beter te beschermen. Op voorwaarde dat medewerker én werkgever/leidinggevende de juiste ondersteuning en begeleiding krijgen.